Allures werf Cherbourg
Dinsdag even na 9 uur klopt Francois van de werf op onze ruit. De werf heeft een hijsbeugel gemaakt voor onze bijboot, en ze zijn nu klaar om het eerste paswerk te gaan doen. Daarvoor moeten we naar een steiger vlakbij de werf zelf. We verkassen een mijl van de jachthaven naar een werkhaven bij de marinewerf. Als we daar liggen melden we ons weer, en snel daarna komen ze met de beugel aan. Nu nog helemaal kaal aluminium. Het passen en meten duurt een paar uur, de rest van de week moet de beugel in een meerlagen systeem worden geschilderd, komende maandag kan hij er dan droog op.
Francois biedt aan dat we een auto van de werf kunnen gebruiken tijdens ons verblijf in de marinehaven, dat is wel heel sjiek. Maar we houden het bij de fietsjes, daar komen we ook ver genoeg mee.
Verder gebruiken we de dag een beetje als klusdag, voor Gilbert om te programmeren, voor Elly om het huishouden te doen. 's Avonds leggen we het bijbootje aan een slot, uiteindelijk zijn we nu weer in de stad. Het is wel een aparte ligplaats die we hebben. Je kunt het zien als een lekker rustig baaitje (dat ziet Gilbert soms) of een industrieterrein (dat ziet Elly, en dat is het ook). Het weer is typisch Cherbourg: af en toe wat zon, dan weer even regen. We wachten nog maar steeds op de zomer.
Woensdagmiddag wordt de buis van de kielkast onder handen genomen om toekomstige lekkage te voorkomen. Dat is een grote klus; de buis moet los van het kajuitdak om er kit in te kunnen doen, maar het is ook een steun voor het kajuitdak. Met een vijzel en veel geduld komt de pijp los en kan de kit aangebracht worden. Na afloop wordt alles netjes schoongezogen. Wel heel sjiek dat het probleem zo voor ons wordt opgelost. Goede timing ook van het lek om zich te manifesteren tijdens de tocht naar Cherbourg.
Donderdag vertrekken we uit de marinehaven naar de jachthaven, waar de elektricien de lekstroom problemen bekijkt. 'Helaas' had het probleem zichzelf opgelost, en de man kan dan ook niks vinden. Dat zijn altijd vervelende problemen, voor iedereen. In elk geval is het nu goed.
Wij gebruiken de dag ook om eindelijk de ketting te markeren met tiewraps op de 5 en 10 meter punten, zodat je kunt zien hoeveel ketting we steken. In Nederland ankeren we meestal op water van 3-5 meter, en dan ziet het niet zo nauw. Maar bij Sark hadden we 10 meter, en dan wil je op zijn minst weten wanneer het anker ongeveer de grond raakt. Nu maar afwachten hoelang de tiewraps blijven zitten.
Overdag is er af en toe een bleek zonnetje, dan is het weer grijs, en 's avonds regent het weer. 's Avonds spreken we onze buurman, de trotse eigenaar van een nieuwe Allures 45. Hij loopt 9 à 10 knopen op het zeil, dat is 1 à 2 knopen meer dan wij. Flinke vooruitgang voor het nieuwe model Allures dus. Hoewel, een paar dagen later lopen we ook ruim 9 knopen op de genua met een bakstag windkracht 6.
Vrijdag begint met een grijze lucht, windstil, het is 17 graden binnen en buiten de boot. We zijn nu weer drie dagen verder, maar waar blijft die zomer? In Nederland komt een mooi weekend, maar ook daar is de lange termijn voorspelling niet goed. Soms valt het heel erg mee: nadat ik dit heb ingetikt wordt het uiteindelijk een mooie dag. Elly doet de was, en terwijl de was draait gaan we op zoek naar wielen voor de dinghy. We hebben bij Sark ervaren dat wielen toch wel erg makkelijk zijn als je het bootje een stuk over het kiezelstrand moet verplaatsen.
De Zodiac dealer heeft ze liggen. In een andere winkel kopen we een 'opstap stootwil', een U-vormige stootwil die je aan de rand van de boot kunt
hangen om makkelijker aan boord te komen vanaf een lage steiger.
Zaterdag is het zelfs de hele dag zonnig, een echte zomerdag. We weten niet wat ons overkomt. Eerst gaan we naar de markt, om verse groenten en fruit te kopen. Er staan heel veel stalletjes. Het lijkt een mix van reguliere marktkooplui met een breed aanbod, en plaatselijke telers die hun pruimenoogst aanbieden. Keus genoeg in elk geval, het is altijd moeilijk om niet te veel te kopen.
Na de lunch fietsen we naar het strand van Queuerqueville, net buiten de rede van Cherbourg, een kilometer of zes van de haven denk ik. Het strand is behoorlijk druk met vooral mensen van de nabije camping lijkt het.
Zondag hebben we de zon niet gezien, maar het was wel rustig weer. We hebben de wielen aan de spiegel van het bijbootje gemonteerd. Het was even passen en meten met de hijshaken en de motor, maar de klemmen zitten er goed aan. Een foto volgt nog.
Maandagochtend is de hijsbeugel voor het bijbootje gemonteerd. Eigenlijk was alles al op de werf gedaan: het laatste laswerk, het schilderen. Het enige wat nog ter plekke gedaan moest worden, was het boren van gaten in de spiegel om de scharnieren vast te maken. Later in de middag komt Marc, hij is het (technische) aanspreekpunt van de werf.
Marc neemt alle tijd om onze lijst met vragen door te nemen. Zelf ziet hij lekken in de kit van de decking, die, om schade aan het onderliggende
dek te voorkomen, gerepareerd moeten worden. Dat komt bij de to-do lijst voor morgen.
Dinsdagochtend zijn de hijslijnen aangebracht, en dinsdagmiddag is de decking gerepareerd. Net als bij een "echt" teakdek kan er water tussen de decking stroken komen als de kit barst. Dat is niet goed voor het onderliggende aluminium dek.
Al met al zijn we zeer tevreden over al het werk dat is gedaan, en alles, op de hijsbeugel na, als service van de zaak. Ruim twee jaar na levering van de boot is dat wel sjiek. Ze hebben ook het zwemplateau voor ons geschilderd. We waren daar de verf door het schuren aan de steiger kwijtgeraakt. We krijgen het advies mee om toch vooral de anodes van de motor te vervangen; in Cherbourg gaan die krap een jaar mee. Nu liggen wij (normaal) op zoet water, maar toch goed om naar te (laten) kijken als we weer terug zijn.
Na ruim een week Cherbourg kunnen we woensdag verder. Het weerbericht voor woensdag is goed, maar de rest van de week is het niet veel soeps.
Na ruim een week Cherbourg zijn we weer toe aan een stuk varen. Over ruim een week willen we weer in Stellendam zijn, ruim 250 mijl verder. Ons plan is om de tocht te doen in een aantal langere en kortere dagtochten.
We liggen aan de passantensteiger, met relatief korte vingersteigers. Het duurt even voor alles goed ligt. Eenmaal bij de havenmeester
krijgen we te horen dat nu net onze plaats niet voor passanten is. Dus verleggen we de boot weer.
Terwijl we dat doen komt de Pied Marin uit Stellendam
binnenvaren. Een kleine wereld! We borrelen 's avonds op het zware leven van de zeilers.
Bij vertrek uit Saint Vaast hebben we inderdaad de mooie zeilwind: we varen de eerste paar uur met dik 8 knopen richting Fécamp, halve wind. Als de wind richting 25 knopen gaat moeten we flink reven en gaan we over op de kotterfok, dat kost helaas wel snelheid. Met het tweede rif en de kotterfok lopen we nog 6 knopen. Na een uurtje zakt de wind weer, en kunnen we de zeilen geleidelijk weer groter maken. De wind draait ook meer naar het zuidwesten, en neemt geleidelijk af; de eerste drieenhalf uur hebben we 8 knopen door het water gevaren, daarna 6 knopen. Het weer valt mee, wat spetters onderweg, een uurtje zon, en voor de regen weer in de haven.
In Fécamp krijgen we een plaats aan de gastensteiger, er is ruimte zat. In Cherbourg stond een waarschuwing dat de haven weinig plaats had in verband met een zeilwedstrijd. Elly had in haar beste Frans gisteren gebeld voor een plaats, en die was er. We dachten toen nog dan misschien
rijen dik te liggen, maar het is heel rustig. We hoeven niet te stapelen.
Eenmaal door de branding wordt de zee snel rustiger, en als we halve wind (100 graden) varen wordt het snel rustig aan boord. We doen het ook even op het gemak, met de kotterfok. Op het zeil lopen we 7 knopen, over de grond 10 knopen. We gaan zo snel dat het verleidelijk is om door
te varen naar Boulogne. Eigenlijk zijn we daar nogal laat voor vertrokken (de stroom loopt al twee uur), maar toch even rekenen
met de Reeds en de kaarten. Er is een lange periode zonder stroom, maar het laatste stuk wordt fel stroom tegen. Toch, een aankomst
om 9 uur 's avonds moet kunnen, dan is het nog net licht. De voorspelling is dat de wind langzaam afneemt, maar niet onder de 12 knopen zakt. Proberen maar, het is nu mooi weer en goed zeilen, en voor morgen wordt regen voorspeld.
Om een uur of vier trekt de wind verder aan, uiteindelijk tot 25 knopen (een dikke 6) om een uur of zeven. We hadden inmiddels de genua staan, maar
als de snelheid oploopt tot 9 knopen wordt de bestuurbaarheid toch minder. Maar weer terug naar de kotterfok. Dichter bij Boulogne krijgen we ook
de verwachte 2 knopen stroom tegen. Met 24 knopen wind tegen 2 knopen stroom worden de golven zeer indrukwekkend. Vooral als je dan de golven
achter de boot ziet aankomen! Af en toe glijdt de boot van een grote golf en de stuurautomaat heeft dan wat hulp nodig. In de boot blijft het wel allemaal keurig droog, behalve dan de zoutspray die over de boot waait.

De volgende ochtend regent het weer lekker, maar om een uur of twee komt de zon goed door. Uit de wind is het dan weer lekker warm.
We doen een rondje Boulogne naar het oude centrum: de vestingmuren uit de middeleeuwen zijn nog in tact. In het oude centrum is onder andere de
kathedraal van de Notre Dame. Als we na een rondje door het centrum op een terrasje aan een biertje zitten, horen we een processie aankomen. Zaterdagavond
hebben we bij de haven het eerste deel hiervan gezien, en nu komt het zondagmiddag deel aan ons terrasje voorbij.
Een hele stoet, met per groepje (denken we) steeds de naam van een parochie en een groot of klein Maria beeld.
Het is duidelijk dat de processie ter herdenking van de aankomst van het Maria beeld is. Verder zoeken levert nu wel de oorsprong van de processie:
"It was BONONIA, though, by the time the first Cathedral got built in 636, replacing the Roman Temple which had gone out of fashion. Angels, it appears, brought a statue of Our Lady - Notre-Dame - across the sea for the occasion. There's still a procession every August to commemorate this. Both statue and Cathedral have been replaced frequently since." (zie
Als we de haven uitvaren is de wind noordwest. Waar we onze vorige tocht niemand zagen, varen we nu in een colonne van boten richting het noorden. Het eerste stuk tot Cap Griz Nez is hoog aan de wind; met een aantal andere boten varen we 3 - 5 knopen door het water.
Dankzij de stroom, die al snel oploopt tot 2 knopen mee, drijven we toch om de punt heen. Het is weer zeilpakkenweer.
Van Calais naar Duinkerken varen we plat voor de wind met de spinnakerboom.
Veel wind is er niet, windkracht 3 tot 4, 10 tot 15 knopen.
Wind en stroom geven ons bij elkaar soms 6 en soms 9 knopen snelheid. Er valt verder weinig te melden over de tocht.
Het ongebruikelijkste is een Franse patrouilleboot die zeiljachten die vanuit Engeland komen op de marifoon oproept en ondervraagt
over hun route, niet alleen waar ze vandaag vandaan komen, maar de hele vakantiereis. Dan is het even stil, en daarna komt dan 'ok, dank u wel, u kunt doorvaren'. Je vraagt je af wat ze dan opzoeken. Wij komen uit Frankrijk en zijn blijkbaar niet interessant genoeg voor ze.
Dinsdag begint weer met een dikke laag wolken, maar het is wel droog. Gilbert fietst nog een klein rondje door Duinkerken, zo op het eerste
gezicht is het niet heel bijzonder. Maar hij ziet er wel eindelijk een dolfijn .... is de vakantie voor Elly toch nog helemaal compleet! We vertrekken na 12 uur, en we laten ons meedrijven met de stroom. Veel wind is er niet, maar 3 knopen van de wind en 2 van de stroom is toch nog wel redelijk. Zolang we iets voor laag water in Blankenberge zijn is het goed. We halen het op het zeil
tot Nieuwpoort, dan loopt de snelheid terug naar 2 knopen. Dat is wel erg weinig, de motor mag even helpen. Een paar mijl voor Oostende is
het inmiddels mooi zomerweer geworden, strak blauwe lucht, lekker warm in de kuip. We besluiten er nog even van te genieten en zetten de motor
uit. Er is iets meer wind dan eerder, wind en stroom geven ons krap 4 knopen. Tegen half zeven starten we de motor weer, een paar mijl voor
Blankenberge. Als we de haven binnenvaren krijgen we gelijk een plaats aan de passantensteiger.
Woensdag naar Stellendam is lastig met de stroom. Omdat er ook weinig wind is, vertrekken we maar gewoon als we wakker zijn en brood gehaald
hebben. De diesel mag het werk doen vandaag, en voor de Zeeuwse kust is de stroom gelukkig niet zo sterk als in het Kanaal. We vertrekken om
elf uur. Boven land zien we donkere wolken, boven zee is het lichter. Het duurt tot vier uur voor we wat zon zien.
Donderdag is wat het weer betreft misschien wel de mooiste dag van de vakantie. We liggen voor anker, en ruimen en poetsen op de boot. Een nog in te lossen belofte was een foto van ons bijbootje met de wielen gemonteerd, bij dezen.
Als je bij het strandje bent, draai je de wielen onder de boot, en kun je het bootje als een kruiwagen het strand op rijden. Hoewel we voor een strandje lagen, hebben we dat niet meer uitgeprobeerd.
Als de zon ondergaat varen we naar de haven. Als we daar aankomen is het verlaten, er zijn nog maar weinig mensen op de boot. We hebben niet
altijd in de gaten dat het al september is, voor ons is het nog vakantie. Maar de afgelopen week waren alle havens stil, Fécamp, Boulogne, Duinkerken, Blankenberge en nu Stellendam.