Warm Paasweekend
De boot heeft de winter goed doorstaan. 2 april hebben we de eerste spullen gebracht en de meeste systemen even getest. Het enige wat niet lijkt te werken zijn de navigatielichten op de preekstoel voorop, dat is vast een slecht contact. Komt op de to-do lijst. We hebben de boot een beetje toonbaar gemaakt, de kussens op de banken en dat soort dingen.
20 april hebben we 's middags met hulp van Gijs van de zeilmakerij op de haven het grootzeil gemonteerd. Dat was een hele klus, ook al omdat we de onderste twee karretjes van nieuwe kogels hebben voorzien. Alle kogeltjes waren in de afgelopen twee jaar ontsnapt. Aan de reeflijnen en voorzeilen kwamen we niet meer toe, dat is voor de volgende ronde.
Goede Vrijdag 22 april zijn we vroeg in de haven met een afgeladen auto. Om 8 uur hebben we Maxime op school afgezet -- ja, repetities op Goede Vrijdag -- en daarna gelijk door naar de haven. De eerste klus is het opnieuw schoonmaken en afkitten van de watertank. Elly vecht met de bedden, Jason en Gilbert houden zich met de voorzeilen bezig. Het hijsen van genua en kotterstag is een klus om met z'n drieen te doen: bij de lier voor de val, het zeil strak houden, en het zeil in de rolfok leiden. 's Middags om twee uur zitten de zeilen er ook op. Later zagen we in Brouwershaven iemand de genua zetten met geleidertjes, dat zag er erg handig uit. Bij het rommelen door onze voorraad ogen bleken wij ook van die dingen te hebben :-). We hadden geen idee waar ze voor waren.
Daarna poetsen en poetsen en poetsen, tot zaterdag eind van de dag toe. Maxime komt 's middags met het openbaar vervoer uit Rotterdam, ca 13:00 weg, ca 15:40 aan in Stellendam. Dat duurt echt lang.
Zaterdag 23 april is nog een poetsdag, maar aan het einde van de dag blinkt alles. Jason en Maxime genieten van het Wifi in de haven.
Zondag Eerste Paasdag varen we na een uitgebreid Paasontbijt de haven uit. We hijsen de zeilen maar komen niet ver,
want voor de haven zijn zeilwedstrijden bezig. We gaan voor anker om het te bekijken. Het is indrukwekkend om te
zien hoe snel de bemanning een spinnaker kan strijken, het kost hen circa 10 seconden. Daar doen wij een stuk langer over
met de sok van de parasailor. Vanaf onze boot snappen we niks van het wedstrijdverloop, maar het is wel leuk om te zien.
Tegen de avond zeilen we verder naar Tiengemeten, om daar iets verder van de kust voor anker te gaan. Het is nog maar april,
maar het is een mooie zomeravond.
Een mooi plekje voor het eerste klusje: het vervangen van het navigatielampje. Eerst zien we niet hoe het open moet, maar aan de voorkant (de kant die je van boot niet ziet) zit een schroef. Gelukkig wist Google dat! Eenmaal open blijkt het lampje defect. We hadden gecorrodeerde contacten verwacht (die waren er ook), maar de gloeidraad was ook door. Gek, het had amper gebrand.
Zondag blijven we lekker lui liggen, genieten van de gepoetste boot en de vroege zomerdag.
Het is warm en vrijwel windstil, we besluiten lang te blijven liggen. Als we tegen vier
uur terugzeilen is er eerst geen wind, maar even voorbij Middelharnis staat ineens meer dan 15 knopen, genoeg om een
eerste rif te steken, en eigenlijk nogal veel voor onze eerste aanlegmanoeuvre van dit seizoen. Gelukkig staat er een
ontvangstcomité om te helpen met de lijnen.
Achteruit de box in draaien kan eigenlijk alleen als we het schroefeffect mee hebben. Tegen het schroefeffect in is de draaicirkel gewoon te groot. Jason merkt op dat we snelheid moeten hebben zonder dat de schroef draait tijdens het indraaien van de box, ik denk dat hij gelijk heeft. Proberen we de volgende keer.
Hoe dan ook, om 10 uur leggen we aan bij het hellingwerk voor de sluis, en pas om 11:20 varen we de sluis in. De sluismeester
is erg vriendelijk, net als gisteren in het Volkerak. We worden steeds keurig met onze scheepsnaam opgeroepen met instructies,
alsof we een binnenschip varen. Uiteindelijk krijgen we een privé-schutting in de beroepsvaartsluis. Het is laag water, we zakken flink.
Na het avondeten proberen we de Brompton fietsjes uit. Ze liggen onder ons bed in de hut voorin, het is even
graven. Het is wel leuk om fietsjes te hebben, ons eerste fietstochtje door Brouwershaven levert een bakje
aardbeien op van een stalletje langs de weg, en zicht op een lepelaar langs de oever van het Grevelingenmeer.
Met de fietsjes kom je een stuk verder van de boot dan anders, plaatsjes die 2 kilometer van de haven liggen worden nu
ook bereikbaar voor ons :-).
We bleken ook nog een hijslijntje nodig te hebben voor de spinnakerboom. Toen we dachten dat
om 12:00 uur alles er op zat, was er dus nog een klusje te doen. Voor de extra lijn moest een gat worden gemaakt in de mast.
Met de hoogwerker ging dat gemakkelijk, maar het was wel een nieuwe voorraad aluminium vijlsel op de boot. Elly had net
met de slang het slijpsel van de railmontage opgeruimd.
Op het Haringvliet zetten we de genua en laten we ons naar Stellendam drijven. Met 15 knopen wind doen we op de genua
5 knopen, goed genoeg. Aan het einde van de middag gaan we voor anker op twee mijl van de haven om nog even van de zon te genieten en wat te eten.
Als het gaat schemeren en de muggen komen, varen we naar de haven.
Dus heeft Elly besloten om alleen les te nemen, met Maxime als matroos. Dan kan ze niet aan mij vragen 'wat nu', en kan ik ook geen
ongevraagde adviezen geven. De eerste dag (21 mei) is het zonnig en vrijwel windstil, ideaal dus om te leren hoe boot zich gedraagt.
Om 10:00 staat Ted van Tip-Top sailing aan boord, en tot 5 uur manoeuvreert Elly vrijwel full-time met de boot. Eerst de box uit,
in de vissershaven varen en aanleggen, de eigen box in en uit, rondjes varen op het Haringvliet om de in het watergevallen stootwil
te redden en meer van dat soort dingen. Tegen vijf uur wacht ik Elly weer op bij de boot; ze vaart hem er heel beheerst en kalm in.
Ik ben onder de indruk.
Bootje en motor moeten ook nog aan de boot hangen. Voor het hijsen van het bootje hebben we een hele collectie blokjes en een lange lijn van 30 meter (!) waarmee we het bootje kunnen ophijsen. Bij Delta maken ze zelf motorplankjes op maat, dus dat hebben we laten maken. Het op de goede plek bevestigen kost een hoop tijd. Het past allemaal net; de beugel waar we het motortje onder willen hebben staat behoorlijk schuin, en zo klein is het motortje nu ook weer niet. Met de hijslijn van het bootje kunnen we ook de motor tillen, dat is wel zo safe als je met 25 kg motor bij de railing staat.
Ik wil maar zeggen: het is begin juni, maar het weer viel tegen.
Zaterdagavond -- nadat het motorje goed werkt en na het avondeten -- zijn
we de haven uitgevaren om te overnachten op het anker. Ineens weer van de volle jachthaven naar een vrij zicht op het Haringvliet, met veel vogelgeluiden en ('s ochtends) muggen. Rust en ruimte.
Zondag is het rustig weer, zo'n 10 knopen wind uit het ZZO.
Tegen 1 uur hijsen we de zeilen en om 8 uur zijn we terug van een rondje Haringvliet.
De dag begint zonnig met mooie stapelwolken, de boot ligt er mooi in te glimmen.
In de kuip uit de wind in de zon is het lekker.
Naarmate de dag vordert draait de wind naar het zuidoosten, eerst maar 6 knopen maar al snel 12. Om vier uur zien we de zon als door matglas. 'zon als door matglas, regen is niet ver meer' stond er indertijd in de KNMI weercursus. Het blijft bij een paar spetters, maar het voelt wel koud achter het stuur. En dan hebben we wind nog vooral in de rug. In de loop van de nacht regent het wel door, maar dan liggen we in de haven.