Voor anker
Tegen het eind van de middag naar Stellendam, we zijn rond vier uur op de boot. Het is warm, er is weinig wind, en er moet ook nog gewerkt worden de komende dagen. We gaan voor weer voor anker bij Hellevoetssluis. Email aan boord blijkt goed te werken, weliswaar hebben we nog geen antenne maar het GSM signaal is sterk genoeg voor het modem om een relatief snelle verbinding te hebben. Met een VPN in de kuip kun je ook emailen, en als het te warm wordt even het water in.
Donderdag meer van hetzelfde: lezen, tekst maken voor het werk, email bijhouden en af en toe afkoelen. Bij het afkoelen in het water valt op dat de boot al wat aangegroeid is. Er zit een groene laag op, met af en toe ook wat puntjes die aanvoelen als kleine pokjes. Met de borstel gaat het makkelijk los, maar al zwemmend lukt me dat alleen rond de waterlijn en op de roeren. Het grootste deel van de bodem is natuurlijk onbereikbaar. Een klus voor als we een keer droogvallen.
Met de zon op het dek blijkt het DEK-KING dat we hebben erg warm te worden, met blote voeten is er amper op te lopen. Dat is een nadeel ten opzichte van een natuurlijk teak dek. Als zeilend geen probleem, maar voor anker met blote voeten lastig. Het blijft wel mooi en stroef, ook als het nat is.
Over de electriciteit: voor anker met af en toe internetten teren we in op de accu's. Wind was er amper, dus de windgenerator kon niet veel bijdragen. Begonnen met 598 Ah zijn we bijna twee dagen later (16:00 uur -> 09:30 uur) terug naar 520 Ah. Ik snap nog steeds niet zo goed hoe dat kan, er zou voldoende zon moeten zijn om de koelkast, het ankerlicht, en af en toe de inverter te kunnen voeden. Misschien komt het door alle (losse) regelaars: als de zonnepanelen 'druppelladen' omdat de accu's nog bijna vol zijn wordt niet alle energie gebruikt. Als dat zo is, wordt het hele systeem efficienter als de accu's verder leeg zijn. Volgende keer aan boord het schema nog maar eens bestuderen. Zodra we de motor starten is de laadstroom ca 38 Ampere, met de acculader op de walstroom is het ook zoiets.
Vrijdag overdag heen en weer naar huis, en terug met Maxime. Er staat nog veel wind na de onweerstoring, we besluiten 's avonds in de haven te blijven. De volgende ochtend is het bladstil en gaan we naar ons ankerstekje. Overdag gezond, gidsen bekeken voor de zomervakantie, en bedacht welke kaarten we dan moeten kopen. Voor het eerst ook de hengel geprobeerd met wat vleeswaren. Helaas, nog geen vis gevangen.
's Avonds realiseren we ons dat we nog geen keer olie hebben gepeild, dus eens kijken hoe dat zit. We krijgen de peilstok niet los, het koelwater lijkt ook al niet te hoog te staan, dus wat doe je dan? Een voicemailtje bij de importeur achtergelaten, die 5 minuten later (zaterdagavond!) terugbelt met uitleg. Gewoon hard trekken, koelwater hoeft niet tot de min staan, alles OK. Plus nog het advies om voor de 100 uur nog een onderhoudsbeurt te laten doen, dan geeft Volvo Penta een jaar extra garantie volgens Ron. Dat proberen we dus in de plannen. Zondagochtend weer huiswaarts.
Vandaag is de marifoonantenne aan de beurt: we krijgen nu in plaats van de gecombineerde VHF/GSM/FM antenne drie aparte antennes. Een marifoon (VHF) en een GSM antenne in de masttop, en een auto-FM antenne in de kajuit. De monteur wil graag dat we de boot naar de kraan varen, dan kan hij met de kraan naar de masttop in plaats van langs de mast. De kraan maakt het werken makkelijk. We varen de boot dus uit de box naar de kraan. Tegen 11:00 uur ligt hij daar gereed.
In de masttop blijkt de oude kabel bruikbaar als trekdraad voor de nieuwe kabels. Trekken maar! Echt makkelijk gaat het niet, ik trek bij de mastvoet, maar als de kabel bijna beneden is zit hij toch echt vast. De monteur komt naar beneden om te kijken of hij kan zien wat er in de weg zit. Er lijkt niet echt een fundamenteel probleem, dus zijn voorstel is om te smeren met afwasmiddel. Zo gezegd, zo gedaan. Met afwasmiddel en de nodige keren heen en weer trekken lukt het wel.
Eenmaal op zee is Maxime toch weer snel zeeziek. Ze heeft nu een Scopoderm TTS pleister, en die helpt zeker wel wat, want ze hoeft niet over te geven. Maar ze is wel zo ziek dat ze in bed kruipt. Onderweg neemt de wind ook niet echt af, eerder toe. Als we bij IJmuiden zijn is het inmiddels windkracht 6, en voor de Wadden blijft ook 6 als waarschuwing staan. Tja, wat doe je dan, verder naar het noorden in de hoop in de luwte achter de eilanden te komen? Dat is pas bij Ameland, nog heel wat uurtjes zeilen. Inmiddels hebben we stroom tegen, en lopen we nog 5 a 6 knopen over de grond. We besluiten om IJmuiden aan te lopen en daar te overnachten.
Om 12:30 uur varen we richting sluis het kanaal op. We kunen snel door de sluis ondanks de opmerking van de sluismeester 'gewoon wachten tot de deur opengaat'. Amsterdams marifoonverkeer is anders dan we gewend zijn. Op het kanaal zijn de gesprekken van de draagvleugelbootkapiteins (mooi scrabblewoord) het opvallendste: 'ik heb even een jachie geschoffeerd, die was aan het laveren op het kanaal', gevolgd door 'dat doe je goed' vanuit de centrale. Het marifoonverkeer lijkt meer op gesprekken op de bakkies van taxichauffeurs.
Brood bakken in het oventje aan boord: we hebben het deeg eerst een kwartier laten rijzen op de aanrecht met een theedoek erover, daarna 20 minuten na laten rijzen in de oven op ongeveer 50 graden met bakpapier erover (de oven was nog warm van de broodjes) en daarna de oven hoog gezet. We hebben het brood in de oven laten staan, de oven aangezet en 30 minuten laten branden, conform het recept. Anders dan op het recept hebben we het deeg dus niet uitgerold en zo na het eerste kwartier rijzen.
Ook op de wat langere termijn zijn er geen echt rustige dagen, dus we vertrekken aan het eind van de ochtend vanuit Medemblik via de sluizen van Kornwerderzand naar Harlingen. In de haven staat 8 knopen wind, de voorspelling is het dubbele, en de waarschuwing is windkracht 6. De waarschuwing bleek het nauwkeurigst: als we eenmaal op het IJsselmeer zitten staat er 25 knopen wind. Uit voorzorg waren we weggegaan met een (alleen) gereefd grootzeil, dat was dus een goed plan.
De passantenhaven van Terschelling is wel een aparte ervaring. Een aantal hele grote vakken waar boten per lengte in gesorteerd liggen. Wij zijn de vijfde boot in de vierde rij in het laatste vak. We liggen aan een soort laguna in ons vak, nog niet zo gek dus. Bij het vastleggen van de boot krijgen we adviezen van zo'n beetje alle buren hoe we hun boten en lijnen het beste kunnen ontzien. En 's avonds begint het onderhandelen over wie de volgende ochtend eerst weg wil. Een aantal mensen gaan zelfs al plekjes ruilen. In 'ons' rijtje wil de man bij de steiger het eerst weg, om half tien. Dat is beter dan de half vijf in de ochtend die we in het volgende rijtje opvangen. De havenmeester komt in een rubberbootje iedereen aansporen om vooral te betalen, maar we vragen ons af hoe hij dat wil controleren. Niet iedereen heeft de vlaggetjes in elk geval.
Als we 's ochtends wakker worden ligt er nog een platbodem een paar honderd meter verder. Afgezien daarvan is er niet veel veranderd. Vannacht is er water geweest, maar dat is weer weg. De wolken zijn er ook nog steeds, net als de meeuwen. Volgens de getijtabellen kunnen we tussen 13:00 en 14:00 uur weer weg, verder richting Ameland. Afwachten dus. Voorlopig slaapt iedereen nog, zo rond 11:00 uur komt er leven in en ontbijten we.
Op de marifoon horen we dat de haven van Ameland ook vol is, net als Vlieland. Wat nu? Gewoon bellen -- geen probleem, als u er om 15:00 uur bent is er zeker plaats. Dat halen we wel, om 13:00 uur kunnen we van de plaat. We sturen naar de geul naast de ankerplek en varen tot het einde van de geul. Dat punt hadden we met de hand GPS bepaald toen de plaat droog was. De vloedstroom staat nog, en er is niet genoeg wind om daar tegen in te zeilen.
Dus motoren we het geultje uit bij de Blauwe Balg.
Het geultje valt 1 meter droog, we kwamen van een zandbank die hoger lag, dus het moet geen probleem zijn. De dieptemeter kan het niet meten, dus veel meer dan 30 cm onder de boot zullen we niet gehad hebben. Aan het einde van de geul een hele kolonie zeehonden. We varen een paar rondjes. De beesten zijn aardig tam, de charterboten naderen tot 20 meter en ze reageren er niet op.
Het wordt ook zonnig en warm voor een uurtje. Het is ineens even zomer: veel bootjes, mooie kleuren, windstil. Dan komt de bui opzetten, we geven wat extra gas om voor de regen in de haven te zijn. Dat lukt.
In de haven van Ameland is ruim plaats. Het blijkt dat de boten met de vloed binnenkomen en wij waren er precies met hoog water. Als we een kwartiertje vastliggen begint de regen. Grijs, nat, beetje wind, draaiende wind naar het westen, en nog meer regen. In de haven opvallend veel OVNIs en ook een onbekende (custom-made?) aluminium boot, die we ook in Terschelling al hadden gezien. Het lijkt net Terschelling: de haven wordt helemaal volgestouwd. Wij liggen bij de ingang, met vrij uitzicht.
Later op de avond nog even naar het dorpje Nes gelopen. Het is dan mooi weer. Een leuk autovrij centrum, helemaal ingericht op toeristen. Maar toch ook nog wel gewoon een oud dorp met smalle straatjes. Net over de dijk bij de haven blijkt een C1000 te zijn. Die gaan we morgenochtend nog even bezoeken. Terug op de boot is Jason verdiept in 'Rondom Afrika', een verslag van een wat grotere tocht dan wij maken.
Om 13:30 uur vertrokken richting Engelsmanplaat. We zijn met de vloed op het wantij 'Zuider Spruit', waar de dieptemeter (nu wel gecalibreerd) eenmaal 0.9 meter aangeeft. Er moet veel meer staan. Dat blijkt ook wel, want we kunnnen gewoon verder. We zeilen het hele stuk voor de wind op de genua, en moeten in de geul regelmatig 'gijpen': 3 boeitjes over stuurboord, 2 over bakboord. Dat idee. We zien ook dat de meer ervaren wadzeilers weten waar ze de boeienlijn moeten volgen, en waar ze gewoon recht op hun doel afkunnen. Dat had ik niet bedacht vooraf. Zo moet ik de kaart dus ook bekijken voor we weggaan. Nu steken met name de platbodems natuurlijk ook nog minder diep dan wij.
Er staat wel meer wind dan de vorige keer toen we droogvielen, 15 knopen west. Ideaal om voor de wind te zeilen, maar minder leuk door de golfslag die het veroorzaakt op onze beoogde droogvalplek. Het viel ons de eerste keer op dat de boot toch wel even met de roeren op de bodem ligt te schommelen. We twijfelen of dat problemen geeft nu er wat meer wind staat. Iets om eens na te vragen bij de importeur. Bij de Engelsmanplaat staat de wind op de oever waar we willen ankeren en we kennen de zandbanken ter plekke niet echt. Er is vast een geultje tussen het Rif en de Engelsmanplaat.
Een andere optie is doorgaan via het Wieringerwad, maar daarvoor zijn we al laat in de vloed. We hadden voor anker moeten gaan, of toch droogvallen, want 's avonds was de wind weg. We besluiten via zee om het Rif naar het Lauwersmeer te varen. Niet echt slim. Veel golven op zee, en heel langzaam varen richting sluis met 2.5 knoop stroom tegen. We zijn toevallig nog net op tijd om met de laatste schutting voor 19:00 uur het Lauwersmeer op te kunnen.
Om 11:00 uur vertrokken richting Dokkumer Nieuwe Zijlen, voor de sluis naar de "staande mast route" door Friesland. Ons plan is richting Lemmer te varen, en te zien hoe ver we komen. Leeuwarden dus. Het is heel anders varen dan op het wad. In plaats van zeehonden zien we nu koeien in het water staan. Het kanaal is smal, breed genoeg om tegenliggers te kunnen passeren, maar toch het voelt meer als een sloot dan als een kanaal. Wel een mooie sloot. We komen door kleine dorpjes en door buurtschappen langs het water, en ook langs veel mooie huizen, groot en klein, oud en nieuw.
Meestal kunnen we zo doorvaren bij de bruggen. Soms moeten we even wachten op de brugwachter als hij twee bruggen moet bedienen. We varen het hele stuk in convooi, een groepje van 4 zeilboten die steeds bij de bruggen moeten wachten. Onderweg proberen we nog brood te kopen in Burdaard. Dat mislukt, op woensdagmiddag is alles dicht. Het levert wel een leuk plaatje op van de boot voor de kerk in Burdaard.
Voor meer foto's van het
Het levert ons overigens wel een deukje op in de stootrand. Achteraf snap ik wat er gebeurde: wij dreven naar een aak die als eerste lag te wachten met zijn kop in de wind. Ik wilde achter de aak langs naar het hellingwerk naast de brug om daar even te wachten. Toen ik achter de aak langs voer, gaf hij een prop gas om zijn boeg richting de op dat moment opengaande brug te duwen. Die prop gas, en de wind, duwden ons met een knal tegen een paal voor het hellingwerk. Slechte timing dus. Jammer.
Eenmaal op het Prinses Margrietkanaal zijn er goede wachtplaatsen bij de bruggen, dus dan kunnen we makkelijk even vastmaken. De wind staat op de kop, voor vastleggen en hij drijft vanzelf tegen de wachtstijger. Meestal ging het bruglicht op groen als we de trossen vast hadden. We hebben alleen rond Leeuwarden langer moeten wachten.
De wind g stevig doorstaan, dus we besluiten niet in Lemmer te gaan zoeken naar een plaats in een jachthaven, maar beschut aan te meren op een (de?) recreatiestijger in de Grutte Brekken. We liggen uit de wind achter lage bosjes, het is er diep genoeg voor een Allures met opgetrokken kiel, perfect dus.
Als we ons met biertjes in de kuip hebben geinstalleerd komt er een bui opzetten, met veel regen. Ook met veel wind, de hoogste waarde die we zien op de windmeter is 46 knopen, ofwel 70 kilometer per uur. Helemaal conform de voorspelling van het KNMI. Na de bui keert de rust weer terug, er komen nog meer buien maar die zijn niet zo heftig meer. Rond middernacht is het helder. Zouden we dan morgen een zonnige dag krijgen?
Er staat een ontspannen zeilwindje, windkracht 3, genoeg om vooruit te komen met minder helling dan gisteren zonder zeil. Daar waren we wel even aan toe. De wind neemt langzaam in kracht af, anderhalf uur later zijn we drie mijl opgekruist. De wind is dan helemaal weg. We laten de zeilen staan en genieten van de zon en warmte. Het voelt als zeker 25 graden. Maxime gaat zwemmen met een luchtbedje achter de boot. Van 2 uur tot 5 uur liggen we vrijwel stil. Dan gaan de zeilen neer en de motor aan richting Urk over een spiegelgladde zee. Het is helder en nevelig tegelijk, het verschil tussen water en lucht is niet te zien. Tijdens het varen kookt Elly en eten we.