Stellendam - Newcastle

3 - 5 juli

Het liefst gaan we in de zomer naar een plek waar het lekker weer is, en waar we niet eerder zijn geweest. Dit jaar is dat lastig, omdat we 'maar' vier weken hebben en Nederland en de wijde omtrek stabiel slecht weer tonen. Overstromingen in Engeland, overstromingen in Duitsland, dagen met veel regen, maar ook mooie dagen tussendoor. Het lijkt Gilbert leuk om ook een keer een echt lange tocht te doen, een flink stuk in één klap in plaats van dagtochten. De keuze valt uiteindelijk op de Engelse Oostkust, in de hoop dat we daar met de heersende westenwinden beschut kunnen varen.

De vaarwijzer "De Engelse Oostkust" van Anje Valk, onze bijbel voor deze reis, begint ook met de afweging daghoppen of lange oversteek. In 48 uur kun je al snel 240 mijl varen, dat zijn vier tot zes dagtochten. Dat schiet op, maar je moet wel 's nachts doorvaren. Elly wil nog niet 's nachts wachtlopen, maar Jason wil wel mee. We kiezen daarom voor de lange oversteek van Stellendam naar Newcastle, circa 280 mijl ofwel ruim twee dagen varen. De drie weken daarna varen we dan terug naar ons vertrekpunt naar Nederland.

Als we maandag op de boot komen om alles in te laden voor vertrek op dinsdag komen we er achter dat de brug bij de zeesluis van Stellendam defect is, we kunnen alleen via het Spui, de Oude Maas en de nieuwe waterweg naar zee. Dat is een paar uur extra, en ook weer even opletten met het tij: in het Spui en op de Oude Maas staat ruim twee knopen stroom, die wil je liever mee hebben. En in die route zitten twee bruggen. De Spijkenissebrug opent alleen op het halve uur, en dan alleen buiten de spits. Met al die gegevens wordt onze vertrektijd half negen, we kunnen dan met de opening van 11:30 mee.

De Spijkenisserbrug. Dinsdag is er -- zoals verwacht -- weinig wind, dus we motoren richting Spui en Oude Maas. Het Spui is een rustige rivier met slechts af en toe een boot, maar de Oude Maas is een drukke route voor de binnenvaart. Bij de Spijkenisse brug aangekomen moeten we een minuut of 10 wachten, dan gaat ze open. Niet zo hoog lijkt het, maar de brugwachter stelt ons gerust over de marifoon, het is echt 25 meter. Vanaf de boot is dat niet te zien. Na de Spijkenisse brug opent de Botlekbrug ook snel, en zitten we op de Nieuwe Maas richting zee. Het is niet erg druk met grote vaart, dus we dieselen makkelijk de zee op.

Muur van containers bij de Botlekbrug. De tocht door de haven van Rotterdam heeft ook wel zijn charmes. Je vaart langs de diverse werkhavens, dat is een heel aparte wereld met allemaal hele grote apparaten. Een muur van containers, een bootplatform in onderhoud, maar ook de Maaslandkering. Als we de Maasmond uitvaren, vragen we toestemming om rechtstreeks richting Newcastle te varen, zodat de verkeersleiding weet wat we willen. Ze melden dat er geen bijzonderheden zijn en wensen ons een goede reis.

Er komt iets wind, we proberen het even met het zeil, maar de stroom zet ons naar het Noorden. Dan komen we in de verkeerde scheepvaart route uit, dat kan niet. Dus de motor aan om ten zuiden de ankerplek richting Engeland te varen.

Nederlands boorplatform de Ruyter. Van zeven tot elf uur zeilen we, het gaat niet hard, we hebben de wind precies in de rug. Met 10 knopen wind lopen we rond de 4 knopen, mede dankzij de stroom. Als Jason om 11 uur aflost, is er niet veel wind en zetten we de motor aan. Om 2 uur 's nachts als ik de wacht overneem, is er weer meer wind. Gilbert en Elly zetten een melkmeisje op met de spinnakerboom (bij volle maan en redelijk heldere lucht is er genoeg licht), en lopen daarmee ruim 6 knopen. OK, dat is met een beetje hulp van de stroom.

Onderweg naar Newcastle kun je in een vrijwel rechte lijn oversteken, er zijn twee diepwater-routes die loodrecht gekruist moeten worden, maar verder is het alsmaar rechtuit. Alleen oppassen voor de booreilanden, daar zijn er vooral aan de Engelse kant veel van. Veel minder overigens dan het lijkt op de zeekaart; de zee is groot en de booreilanden zijn relatief klein, zelfs met hun verbodszone.

Als Jason om 7 uur weer uit bed komt is hij zeeziek. Al snel gaat hij zijn bed in, en loopt Elly de wacht alleen. Dat wilde ze eigenlijk niet, maar het gaat probleemloos. Het wordt een mooie dag, wind in de rug, de boot loopt gestaag door. De snelheid door het water is circa 5 knopen, over de grond is dat tussen de 3 en 7 knopen. Jason is zeeziek, dus Elly en Gilbert moeten het samen doen.

Vrachtschip voor anker bij River Tees. In de nacht van woensdag op donderdag gaat de motor aan. De wind neemt steeds verder af en we willen toch donderdagmiddag in Newcastle zijn. Op het zeil lukt dat niet. Elly en ik hebben de nacht gedeeld, Jason is in zijn kooi gebleven. Voor Elly was dat de eerste nachtwacht alleen sinds we de boot hebben. Het was spannend, maar ging allemaal probleemloos. Donderdagochtend is het op zee stil en zonnig, Jason komt ook weer opwarmen en bijkomen. Het laatste stuk varen we onder de kust tussen de boeitjes van de vissers. Het is zonnig en nevelig tegelijk, de schepen die voor anker liggen verschijnen ineens uit het niks in de zon.

Pier vande River Tyne. Bij het aanvaren van de River Tyne zien we een hele mooie stroomrand voor de haven; waterkleur en stroomrichting veranderen op een afstand van meters: eerst 0.2 knopen mee, dan 0.6 knopen tegen. Bijzonder. De havenmond is beschermd door grote pieren, met een vuurtoren op de linkeroever. Als we aankomen is het rustig met de grote vaart en veerboten.

Bijlboeg op een supportschip. De River Tyne naar Newcastle is een groot industriegebied, aan beide zijden van de rivier liggen loskades en bedrijven. Sommige kades zijn in verval, maar bij de meeste is volop bedrijvigheid. Vlak voordat we bij de stad aankomen is de rivier aan beide zijden bebost. Dat moet ongeveer het einde zijn geweest van de muur van Hadrianus, Walls End heet het daar.

Newcastle upon Tyne

5 - 7 juli

Newcastle heeft twee jachthavens en een ponton in het centrum. Wij kiezen voor St. Peters Marina, een haven aan de rand van het centrum, die onderdeel is een van woningproject à la Eastborne of St. Catherines, maar dan veel kleiner en zonder winkels of andere activiteiten. Achteraf weten we dat de haven ook in staat van verval is. Dicht bij het centrum lijkt ons prettig. De andere haven optie is Royal Quays Marina dicht bij de ingang van de Tyne. Dat is een moderne haven, 24/7, met een metrostation op 10 minuten lopen.

Wachtsteiger van St. Peter's Marina. We zijn om 14:15 bij de wachtsteiger van St Peter's Marina, pas na de helft van de vloed is er genoeg water op de drempel om de haven in te kunnen varen. De havenmeester wijst ons een plaatsje toe, we zijn de enige gasten. Een uurtje later varen we over de drempel, er staat dan ruim twee meter water. Naar binnen varen is niet echt makkelijk: de ingang is 8 meter breed, en op de rivier staat 2 knopen stroom als we invaren. Dat is dus schuin en met voldoende gas naar binnen. De tweede poging lukt, en we varen zonder problemen naar binnen. Bij de aan ons toegewezen plaats staat de havenmeester al te wachten. Heel vriendelijk allemaal.

Puzzle in St. Peter's Marina. Het is mooi weer en we komen een beetje bij van de lange reis. Het is allemaal meegevallen, maar het was wel jammer dat Jason halverwege door zeeziekte werd geveld. We zijn wel lekker ver in twee dagen. Van de 55 uur hebben we er zo'n 33 op de motor gevaren. Dat is meer dan we hadden gehoopt.

Zaterdag wordt regen voorspeld, maar het blijft lang droog. We gaan met de Q2 bus, die haast bij de haven stopt, naar het centrum. Voor 2 pond pp heb je een dagkaartje voor deze pendelbus. We lopen een rondje door de stad, en zoeken eerst naar het ponton bij de Milleniumbridge. Het blijkt achter de brug te liggen. De brug gaat volgens de borden bij de brug maar een keer per dag open. Niet heel praktisch. Maar in gidsjes zie ik dat je een opening kunt verzoeken. We hebben dat niet verder uitgezocht. Iets voor de volgende keer.

Bruggen van Newcastle. Het centrum is wel mooi, gebouwd in een smal dal aan de rivier, met hoog boven het centrum een aantal bruggen die het niveau van de heuvels aanhouden. De vaarwijzer raadt het Trinity House aan, inderdaad een leuk gebouw, maar nog in gebruik als kantoor zo te zien. We drinken een bierje in The Crown Posada, de op één na oudste pub in Newcastle, zo'n 250 jaar geleden gebouwd als pub. Indertijd was het een neutrale ontmoetingsplaats voor de handelaren. Nu is het een mooi oud gebouw, glas in lood ramen, en een grammofoonspeler met platenwisselaar voor de muziek. Het apparaat stamt uit 1941, en doet al 19 jaar dienst in de pub, inmiddels met het derde loopwerk.

Ook belangrijk is de Marks en Spencer supermarkt aan het einde van de Q2 lijn, we doen boodschappen voor de komende dagen. 's Avonds gaan we terug met de bus om een plekje te zoeken om te eten: "Slug en Lettuce" ziet er leuk uit, gezellig druk, en goed eten voor een schappelijke prijs. Het is een pub/bistro, veel keuze, van coctails tot spare-ribs en fish en chips.

Als we naar huis gaan blijkt het weerbericht te kloppen, de BBC/Met Office voorspelt: "Rain becoming persistent and heavy accross much of region for a time, with a risk of flooding". De persistent rain wordt een terugkerende voorspelling voor de hele week, die vaak blijkt uit te komen.

Als we zaterdag uit bed komen heeft Jason de kachel al aan gedaan. Het is droog, maar wel koud. Jason vliegt vandaag terug naar huis voor een weekje. Dat is wel bijzonder. Overdag wordt het mooi weer, lekker warm in de haven. Jammer genoeg opent de drempel pas na 4 uur in de middag, dus we kunnen niet eerder weg. De haven is alleen bemand van 9 tot 5 uur, maar we zouden wel later wegkunnen, omdat je ook zelf de brug kunt openen.

Dus maar wat klussen: de waterleiding zit weer vol met aluminium oxide, we halen heel veel gruis uit het filter. Geen wonder dat we geen waterdruk hadden. Het blijft lastig met het watersysteem.

Als we weg willen varen blijkt de boot daar anders over te denken: we zijn netjes in de modder gezakt met ons zwaard! Dat verklaart ook waarom de dieptemeter knipperde... Een beetje opdraaien van het zwaard helpt en dan kunnen we weg. Blijkbaar is de drempel van de haven wel ruim 2 meter, maar de haven zelf niet!

Klassieke vissersboten in St. Peter's Marina. Al met al was St. Peter's Marina niet zo'n goede keuze. De mensen zijn heel vriendelijk, maar het is toch een soort 'graveyard voor boten' zoals de locals in Blyth het omschreven. In de haven liggen een paar mooi onderhouden vissersboten, maar ook veel boten die al geruime tijd verlaten zijn. We hebben in de twee dagen dat we er waren ook geen andere passanten gezien.

Blyth

7 - 10 juli

Als we de River Tyne afvaren wordt het steeds neveliger naarmate we zee naderen. Bij de havenmond is het ronduit mistig en koud, heel anders dan nog maar ruim een uur geleden in St. Peter's Marina. We twijfelen of het slim is om verder te varen, maar het weer is verder vrij rustig, we gaan gewoon. We hebben voldoende GPSen aan boord om ook zonder zicht en plotter veilig te kunnen varen.

De pier van Blyth komt in zicht. Eenmaal een mijl op zee wordt het zicht veel beter, zeker een kilometer. We gaan dus door richting Blyth. Maar .. als we Blyth naderen zien we weer dichte mist. Ook Blyth ligt aan een rivier. Ook hier zal het rivierwater met de zeewind de mist veroorzaken. Niet echt fijn. Gilbert vaart met vertrouwen in de GPS, maar zonder zicht, verder naar de haveningang. Eerst naar de buitenboei. Maar die boei is er niet, en we zien nog niks. Niet leuk. Gewoon verder op de GPS, de diepte klopt met de kaart, de kust voordat de mist dichttrok klopte ook, de pier zal zo wel komen. En inderdaad zien we de pier al snel, en varen we netjes in de geul. Het zicht zal ongeveer 300 meter zijn geweest.

We hadden ons vooraf gemeld bij de RNYC club, en krijgen een plek op de verder lege passantensteiger. Als we daar aanmeren roept een boze verkeersleider ons aan dat we ons hadden moeten aanmelden bij Blyth Harbour Control. Als ik alsnog de marifoon pak, is hij vriendelijk. Zou hij ons niet gezien hebben en geschrokken zijn? Als we beloven de anti-terrorisme formulieren in te vullen is het goed. Dat doen we braaf, ons afvragend welk doel dat dient en wat ze daar nu verder mee gaan doen.

Bar aan boord van de havenboot in Blyth . Na het eten aan boord gaan we naar de bar aan boord van het clubschip. Het is wel gezellig, en de verhalen zijn leuk. We krijgen de nodige tips over leuke ankerplaatsen, maar ook de opmerking dat het met de huidige noordenwind niks is. Veel te veel deining op vrijwel alle ankerplaatsen. Een van de locals wil nog graag een fles wijn met kaasjes opmaken, we besluiten hem daarmee te helpen. Hij heeft een Contest 30, met een straalkacheltje en een spaarlamp. Heel anders, wel gezellig. Leuk om het Engelse perspectief te horen op de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog, die ze alleen hebben gewonnen dankzij Fransen en omdat Engeland zelf slechte admiraals had. En dat terwijl het moederland -- in huidige termen -- miljarden in de ecomonie van de kolonie pompte. Ik moet bekennen dat ik me er nooit in heb verdiept hoe het is gelopen.

Voor zondag is de voorspelling weer "persistent rain", dus we boeken nog een nachtje bij. Uiteindelijk valt het weer mee, zelfs nog een beetje zon in de middag. 's Avonds komt de regen wel.

Maandag is er weer een stevige noordenwind, dus kunnen we nog steeds niet richting noorden. Het weerbericht is ook weer bijgesteld, nu is de voorspelling de hele week regen, behalve donderdag. Voor morgen zegt de BBC: "Overcast and cool or very cool (12), with further rain. After starting generally light and patchy, the rain is likely to become persistent and also occasionally heavy through the afternoon". Voor woensdag en vrijdag voorspellen ze soortgelijke condities. Overigens blijken naast de BBC de grib files goed te werken voor deze regen. De afgelopen dagen waren ze nauwkeuriger voor de plaatselijke condities dan het weerbericht voor geheel Noord-Oost Engeland is. Voor de komende dagen voorspellen BBC en grib files beide aanhoudende regen.

Als ik naar het toiletgebouwtje loop door de motregen, spreekt een van onze bar-bekenden me aan. Hij raadt aan lekker in de haven te blijven, op zee is alleen maar regen en deining... Weer om bij de kachel te gaan zitten met een boek, of om de website bij te werken dus. Maar onze plannen om naar de Farne eilanden te gaan komen zo wel op losse schroeven. Time will tell...

Politiebureau Blyth In de loop van de middag komt een grote aluminium "Bestevear 53" voor ons liggen. Een Nederlands stel dat uit Berrick komt. Ze waren van plan naar de Farne Islands te gaan, maar de zee was te ruw. De wind is weliswaar minder, maar de deining is er nog steeds omdat noordelijker op de Noordzee de storm nog woedt. We krijgen een bakje koffie en wisselen wat ervaringen uit. Nou ja, ze delen wat ervaringen van een leven op zee. Duidelijk dat we nog maar broekjes zijn.

Dinsdag is het nog steeds niks met het weer, we besluiten Blyth maar eens te gaan verkennen. De gidsjes hebben niks te melden over Blyth, dus de verwachtingen zijn niet hooggespannen. Het is een halfuurtje lopen naar het centrum, en eigenlijk valt het best mee. De oude kades zijn opgeknapt, het centrum heeft veel verschillende kleine winkels, en twee grote supermarkten. Ook de conveniece store dichtbij de haven is wel ok. Het wordt daarmee geen wereldstad, maar het is wel goed voor een verregende middag.

Seaton Sluice (1760) Woensdag lopen we langs het strand en over het duinpad naar de vuurtoren bij St. Mary's Island. Onderweg drinken we wat in de "The Kings Arms", een pub bij Seaton Sluice. Alles aan deze kust heeft te maken met de kolenwinning; hier was indertijd een sluis in de rotsen. Het haventje was al in gebruik sinds 1550 voor de export van zout, maar werd nog welvarender toen Sir John Humphry Delaval een sluis liet maken in de rotsen. De vrachtboten werden in de sluis gelaten met hoogwater. De sluisdeuren bleven dan dicht. De boten werden geladen, zodat ze met het volgende tij weer verder konden. Op die manier werd in 1777 in totaal 48.000 ton kolen verscheept met 177 boten. Onvoorstelbaar als je nu de restanten ziet. Op de wikipedia link staat een heel verhaal over Seaton Sluice.

Na de pub hebben we St. Mary's Island niet helemaal meer gehaald, het ging toen te hard regenen. We zijn met de bus teruggegaan naar de haven.

De voorspellingen voor het weer blijven droevig, met een betere dag op donderdag. Na vijf nachten Blyth (een record voor een haven voor ons) vertrekken we dan richting Hartlepool. Even een intermezzo over de iPad, dan verder met Hartlepool.

iPad

10 juli

Na een paar jaar geleden een iPhone te hebben aangeschaft, is dit voorjaar de iPad gevolgd. Ik vind het een intrigerend apparaat. Toen we voor ons bedrijf het afgelopen voorjaar cursus gaven, was de eerste vraag van de cursisten of we het materiaal ook op de iPad konden aanleveren. Nog voor er uberhaubt over de inhoud wordt gesproken. De helft van de cursisten had de iPad steeds open. Toen dacht ik, dat moet ik ook ervaren. Na een paar weken gebruik begin ik te begrijpen waarom het apparaat aanslaat. Nu het blijft regenen is het een goed moment om wat van de ervaringen met de navigatie en zeil software te delen.

Navionics op de iPad. De Navionics iPad HD kaarten applicatie bevalt goed. De kaarten zijn compleet, de interface werkt soepel, net als een plotter. Je kunt makkelijk routes aanmaken om afstanden te schatten, op de een of andere manier hebben ze dat heel intuitief gedaan met het touch screen. Op internet stonden nogal wat klachten, maar ik herken dat helemaal niet. Ik vind het een aanrader. Voor 50 euro heb je een volwaardige backup van de plotter kaarten. Wel opletten dat de kaarten (zo lijkt het tenminste) de eerste keer van internet worden opgehaald, je moet je route dus vooraf ophalen.

De Imray kaarten applicatie werkt heel anders; dat is een viewer voor papieren kaarten. Minder makkelijk in het gebruikt, maar wel met de mooie Imray kaartjes. Op de kaarten wordt wel de stroom geprojecteerd, dat is extra ten opzichte van papier. Maar het gebruik is wel lastiger. De Imray kaarten zijn net zo goed als de papieren kaarten, maar bieden geen plotter gevoel. Je moet via een kaartselectie zelf kiezen welke kaart je wilt bekijken.

Voor het ophalen en bekijken van grib files is Pocketgrib makkelijk, een viewer die de kaartjes ophaalt bij sailmail. Het doet wat je wilt, je kunt instellen hoeveel dagen vooruit en welke resolutie je wilt, zodat de filegrootte te beinvloeden is.

Leuk is ook MarineTraffic, een applicatie die het AIS verkeer inzichtelijk maakt. En als je een AIS zender hebt, sta je er zelf ook op. Moet de zender wel aanstaan natuurlijk.

Op de iPhone gebruik ik Windfinder veel, maar voor iPad bestaat deze applicatie niet.

Hartlepool

12 - 15 juli

Alkjes. We hadden gehoopt een westenwind te hebben om mee te kunnen zeilen naar Hartlepool. De wind is inderdaad west, maar met 2 tot 4 knopen is er niet te zeilen. Het wordt dus op de motor langs de kust varen. Onderweg zien we veel alkjes zwemmen, altijd in kleine groepjes van 2 tot 10 vogels. Als we dichtbij komen, zwemmen ze weg en duiken ze onder. Hoewel er geen wind is, staat er nog wel veel deining uit het noorden. Af en toe maakt de boot een flinke schuiver.

Kreeftenvangst met korven. Langs de kust liggen heel veel vissersboeitjes, het is steeds uitkijken om er niet tegenaan te varen. Als wij naar het zuiden varen is het druk met alle vissersbootjes die de boeitjes afvaren, op zoek naar vangst. In de sluis naar Hartlepool ligt een visser achter ons, dus ik vraag even waar ze op vissen. Op kreeft (lobster), hij laat een krat zien met 7 grote kreeften. En twee emmers met hele grote krabben. Op de kade in Blyth lagen ook al heel veel korven, dus we veronderstellen dat de meeste boeitjes korven voor de kreeftenvangst markeren.

Spoorbrug tussen Seaham en Hartlepool. De kust tussen Newcastle upon Tyne en Hartlepool is een hoge krijtkust, af en toe doorsneden door een dalletje. Langs de kust loopt de spoorlijn van Sunderland naar Seaham en Hartlepool (en verder), en daarvoor zijn mooie stenen boogbruggen in gebruik. Eigenlijk zou er een stoomtrein over deze bruggen moeten rijden, maar de treintjes nu zijn moderne, metro-achtige treinstellen.

Scheepvaart en historisch museum Hartlepool. De jachthaven van Hartlepool is heel groot. Via een sluisje vaar je naar binnen. De havenmeester staat dan op een ponton te wachten met een foldertje. We mogen een hammerhead uitzoeken in de haven. De haven is gemaakt in oude dokken. Vrijwel het hele gebied rond de dokken is ontwikkeld met huizen, kantoren, zwembad en een scheepvaartmuseum. Groot en grootschalig, maar wel goed gelukt. We verkennen het gebied met onze fietsjes, die nog niet gebruikt waren dit jaar. Achter de dokken zijn twee hele grote supermarkten, wij vergapen ons in de Morrison's aan het assortiment. Veel en veel meer dan de Albert Heijn in Delft of de Plusmarkt in Bergschenhoek.

Als we terugkomen uit de supermarkt schijnt de zon. We zetten twee stoeljes op de steiger, lekker uit de wind in de zon met een biertje. Dat was weer even geleden. Daarna zelfs nog buiten gegeten.

Victoriaanse panden in Hartlepool. Hartlepool is nu een vrij grote stad rond de hele baai, maar het oude centrum lag aan de noordkant van de baai. Daar was een kleine stad, compleet met stadsmuren. In de tijd van kolenexport is de stad snel gegroeid en zijn de twee havens gemaakt door concurrerende spoorwegbedrijven. Uit die tijd stamt de laatste rijkdom van de stad. Rijkdom die gepaard ging met uitbuiting van de arbeiders. Het museum op de haven schets een mooi beeld van de ontwikkeling van Hartlepool door de eeuwen heen, met welvarende en armoedige perioden. In de eerste wereldoorlog zijn in Hartlepool de eerste Duitse bommen gevallen.

Whitby

15 - 17 juli

Whitby is volgens mijn oude reisgids (voor landrotten) "the most handsome town on the NE cost". Ook Anje Valk komt er graag lezen we in haar vaarwijzer. Dus is het onze volgende bestemming. We hebben gelukt met de wind, er staat een mooie westenwind waarop we kunnen zeilen naar Whitby.

Staithes aan de Noordzeekust. We varen langs een krijtkust, en af en toe een stadje aan het water. Op de foto het plaatjes Staithes. Het is een mooie kust om langs te varen, en op dit gedeelte zijn er relatief weinig visserboeitjes, zeker op het wat diepere deel. Vergelijken met Nederland is het kustprofiel hier heel anders: een mijl uit de kust is al snel 30 meter diep. Daar zou de haven van Rotterdam jaloers op zijn.

Bijzonder transport op kustvaarder. Echt grote schepen zien we hier niet varen, maar het wel druk met kustvaarders. Containers, olie, en soms een bijzonder transport zoals op deze foto.

Elke river heeft zijn eigen haven stad, en meestal liggen er wel een paar schepen voor anker te wachten. Niet zo grootschalig als in Rotterdam, maar wel behoorlijk actief.

Als we Whitby naderen zien we het stadje met daarboven de abdij al van verre liggen. De pieren liggen een flink eind de zee in om dichtslibben van de haven te voorkomen. De locals varen met zeil en al de haven binnen, maar wij spelen op safe en strijken het zeil voor we binnenlopen.

Pieren van Whitby vanaf zee. Eenmaal in de haven zien we een hele drukke toeristische stad. Je kunt er letterlijk over de mensen lopen. We zijn zelden door zoveel mensen bekeken. In Whitby moeten we even wachten op de draaibrug, daarna krijgen we snel een ligplaats in de marina. Het is er nog erg rustig, de havenmeester besteedt veel tijd om ons kort achter een andere boot te leggen, maar in de twee dagen dat we er zijn, zien we geen andere gasten. Ook in de andere havens was het stil, het is toch juli. De haven is duur, maar heeft een nieuw havenkantoor met mooie douches en toiletten.

Whitby Abbey ruine. Als de boot vastligt, gaan we Whitby verkennen. Het is een stralende dag, met een lekker warm zonnetje. Eerst het verplichte nummer: de abdij ruïne boven de stad. Op die locatie stond al vanaf 655 een klooster. Dat klooster is door de Noormannen in 867 vernietigd. De ruine die er nu staat is van het klooster dat Willem de Veroveraar in 1078 liet bouwen. In 1540 liet Hendruk VIII het plunderen en vernietigen -- nadat hij in detail de bezittingen had laten vastleggen. In de loop der jaren is de abdij grotendeels gesloopt, maar de restanten staan er dus nog steeds. Voor de plundering was het een rijk klooster, dat vorsten uit veel landen ontving. In die tijd hadden de kloosters ca 15% van het Engelse land in bezit!

Na de adbij hebben we wat gedronken bij Arnie's coffer bar, een leuk terrasje op een klein pleintje midden in de oude stad. Ze hebben goed bier, lekkere zon, maar superslechte bediening. We eten bij de Board Inn. Elly bestelt een kreeft salade en krijgt zowaar een hele kreeft! In alle kustplaatjes wordt veel kreeft verkocht, in elk geval aan de toeristen.

Voetgangersbrug over de Esk. Maandag is een natte dag. Maxime en Gilbert doen nog een rondje stad in de regen. Het is een stuk minder druk. 's Avonds knapt het weer nog wat op. Elly wast de lijn van de boom brake, en in de hoop dat hij weer wat soepeler zal schuiven. De lijn voelt weer soepel aan, de tijd zal leren of het voldoende is. De dinsdag begint zonnig, keurig zoals voorspeld. Gilbert en Maxime pakken de fietsjes om een eindje langs de rivier Esk te rijden. Wat een weg langs de rivier lijkt, wordt al snel een bergetappe met stukjes heuvel met 20% helling. Af en toe maar even lopen dus. Na een paar klimmen en evenzovele afdalingen komen we weer bij de rivier. Het geeft wel een heel ander beeld dan alleen maar in het stadje lopen.

North Yorkshire Moors Railway. De "North Yorkshire Moors Railway" loopt ook langs de rivier, en heeft een baan zonder alle hoogte verschillen. Met een aantal grote full-size stoomlocomotieven onderhoud de NYMR driemaal daags een verbinding van Whitby naar Pickering. Als we met onze fietsjes op de terugweg over de Esk rijden, komt de trein net langs. Ook in de haven horen we stoomfluit regelmatig.

Eenmaal terug in de haven is het nog steeds mooi weer. Het stadje is weer helemaal volgestroomd met toeristen.

Scarborough

17 - 19 juli

's Middags vertrekken we 2 uur voor hoogwater naar Scarborough. Dat is eerste moment waarop de brug waarachter de jachthaven ligt opengaat. We hebben de wind vooral tegen, maar tijd zat en stroom mee, dus we gaan toch op het zeil. Even na zeven uur 's avonds hebben we de 20 mijl voltooid. Geen record dus, maar wel rustig varen.

Droogvallen in de East Harbor. Scarborough heeft twee havens: de East Harbour en de Old Harbour. De East Harbour was vroeger de enige jachthaven, nu is deze haven alleen nog in gebruik voor de locals. Op de foto een beeld van deze haven bij laag water. De meeste zeiljachten liggen er het soort stelling dat je kent van de winterberging. In de Old Harbour liggen de vissersboten, rondvaartboten en steigers voor 50 jachten. Een aantal van die plaatsen zijn voor passanten. Op de drukste dagen komen er 10 boten. De haven van Scarborough is even duur als die van Whitby, maar de voorzieningen zijn slecht. Er is maar een douche/toilethokje dat niet echt aangenaam ruikt. De voorzieningen van de Yacht Club zijn beter, maar daar ben je als passant niet welkom.

Scarborough Grand Hotel De stad Scarborough is net als Whitby toeristisch, maar op een heel andere manier. Whitby is een historisch stadje met een klein centrum, Scarborough heeft wel een oud kasteel op de heuveltop, maar is toch vooral een Engelse badplaats. Aan de boulevard staat een groot en indrukwekkend Grand Hotel. Het was ooit het grootste van Europa claimen ze, nu is het duidelijk in verval. Wikipedia formuleert dat als "Nowadays, the hotel caters towards the budget end of the spectrum". We kijken of we er een drankje zullen nemen, maar besluiten toch maar niet. Het Grand Hotel is nu een plaats waar je een hamburger of fish en chips

Achter het hotel ligt een klein parkje, waar we onze supermarkt lunch opeten. Verderop aan het strand ligt het oude badhuis, vroeger samen met het Grand Hotel de place to be.

Boulevard Scarborough Verder is het een boulevard met een-pond-winkels, fish en chips en veel casino's. Daar lopen dan Engelse toeristen die meestal behoorlijk omvangrijk zijn. Vrij deprimerend eigenlijk. Het lijkt dat de hele stad zich richt op het budget end van de toeriste markt. Het hoger gelegen deel van de stad achter het Grand Hotel heeft wel een druk winkelgebied, met veel verschillende winkels. Daar zijn ook de supermarkten. Voor elk wat wils dus.

Scarborough met op de achtergrond het kasteel Boven de stad en baai ligt het oude kasteel. Het is een heel groot complex, de hele heuvel is ommuurd. Vanaf de wandelpaden rondom het kasteel heb je een mooi zicht op de stad en de havens. De foto is genomen vanaf het Grand Hotel, dat ook relatief hoog ligt. De vissershaven van Scarborough is actief met veel kleine visserbootjes die met netten en korven vis en kreeft vlak voor de kust vangen.

Voorbij Scarborough

19 juli - 29 juli
Lees verder op Vervolg log juli 2012